Iedereen is het huis uit. Ze zijn werken, leren, spelen.
Buiten zit de straat verstopt, de
slachtoffers claxonneren zichzelf een bestaansrecht. Ik zit stil, de lucht
drapeert zich rond me als een viskeuze gel. Bewegen op het tempo van ontwennen.
Ergens achteraan mijn bewustzijn trappelt ongeduldig een verweesde drukte rond.
Mijn hoofd negeert het trippelen, maar met dat negeren wringt zich een
ongemakkelijk gevoel tussen hoofd en ribbenkast: de aangekweekte gewoontes
wachten nog altijd op allerlei gedoe. Zoals een man die zijn baard van jaren
afscheert, de eerste dagen met zijn vingers doorheen de verdwenen baard blijft
strijken. Ik lummel door de lege
uren. Dat lummelen zo vlot zoveel tijd
kan vullen. Is dit nu een sabbatical, "a rest from work" ? Ik moet dus nu iets plannen waar ik
al zo lang naar verlang maar nooit de tijd voor nam. Maar ik plan niets. Het
enige waar ik af en toe mee bezig ben is een nieuwe job zoeken en wat
huishoudelijke spullen. Misschien ben ik
veeleer een teleurgestelde werkzoekende?
Op de radio wordt een man geïnterviewd. Ik blijf hangen
bij die banale zin. Waarom is het "op de radio"? Waarom niet
"in" of "bij"? Waarom koos iemand ooit voor "op"?
Staat dat ergens in een regeltje beschreven? Ik zoek naar dat regeltje op het
wereld wijde web, maar vind het niet. Bestaat er een holistisch handleiding van
de Nederlandse taal waarin ook staat welke voorzetsels bij welke woorden horen?
De man, die op de radio, spreekt met een diepe ernstige
stem. Zijn autoriteit ligt ongemerkt opgeborgen in elk van de lettergrepen die
hij ongehaast maar vastberaden uitspreekt. Niet wat hij zegt, maar de subtiele
klank van zijn stem die drijft in een basale ondertoon, wekt vertrouwen. Er staan zachte streepjes onder de
belangrijke woorden, de fluostift blijft opgeborgen. Sommige mensen kunnen dat,
zo praten. De man vertelt dat een mededeling van de Europese Centrale Bank de
markt heeft gekalmeerd. Hier is het weer, dat monster zonder ogen: de markt.
Wie is dat dan, de markt? Waar vinden we dat monster? Het
wordt tijd dat iemand dat beest uitlegt dat het welletjes is geweest. Dat software, hoe geniaal de bedenkers ervan
ook waren, niet moet losgelaten worden op zichzelf, om met getallen over de
brug te komen die bepalen hoeveel straks een brood moet kosten of wat een
gemiddelde mens na zijn pensionering met zijn bijeen gesprokkelde overschotjes
al dan niet nog kan uitspoken. Iemand moet de markt vertellen dat "short
selling" of "day trading" geen
maatschappelijke bijdrage levert en dus geen stuiver waard zou mogen zijn. Dat
groteske piramidespel, die vermaledijde markt, moet gesloopt. Daarna kan
er aan "markt 2.0" gewerkt. Eentje met
mensen achter kraampjes die hun waren aanprijzen en die je voor je centen, een
brood of een vis geven, en geen "bond" of een "effect"
waarachter nog onguurdere financiële producten hangen.
Ik word er moedeloos van. Zonder revolutie, zonder het
bloed en lijden wat altijd weer aan revoluties kleeft, komt dit niet goed. Het
zit te eng verweven door al wat we doen en waarvan we ooit droomden. We klampen
ons te krampachtig vast aan die virtuele rijkdom, ook ik. Net nog wou ik een trapje klimmen op de ladder van de piramide. Meer dan af en toe wat nutteloze woorden
spuien doe ik niet. Straks word ik
allicht terug loonslaaf, verstop ik me achter de façade van een groot
beursgenoteerd bedrijf wat zijn kapitaal en mijn loon onderhoudt met het maken
en verkopen van software waarmee de markt zichzelf in stand kan houden. Want
werken moet, voor de slinkende toekomst van mezelf maar meer nog voor die van
de jeugd. Alsof die niet voor zichzelf zou willen zorgen. Soms denk ik dat ik maar eens mee de barricade op moest, in plaats van apathisch de teloorgang af te wachten.
De conservatieve kramp om ons verzameld spaargeld te vrijwaren is oprecht maar
nutteloos. De correctie komt, dat kan niet anders. Misschien ligt de toekomst
niet in het loon van dat beursgenoteerd bedrijf maar bij de onmin van de OWS beweging?
En zo, kijk, na al dit, blijkt dat ook deze keer de tijd zich
gewillig vol liet lummelen.
1 reacties:
Ik noemde het 'een lange vakantie' en volgde een schrijfcursus. Ik verzette bergen in die maanden maar kwam dan ook van heel ver. En wat voor mij bergen zijn zijn voor anderen maar bultjes, het vermelden niet waard. Dus wat ik in die maanden deed kan ik misschien ook het beste omschrijven als lummelen :)
Een reactie posten