Gangen vol gesorteerde ruggen, al eeuwen bewaarders van
al wat mensen beroert. Verdoemd,
gelauwerd, verbrand, verbannen, gekoesterd.
Van oorlog en haat naar liefde en terug. Opschriften in goud of in wit
of in gekkere kleuren of krullen. Op centimeters afgemeten lettergrepen die
aarzelend of met arrogant vertrouwen een metrum zoeken om wat achter de rug
steekt schreeuwend of fluisterend, samen te vatten. Niets of niemand doet het
hen na, geen ding of geen mens die zichzelf met zijn rug naar je toe voor het
eerst vertoont. Zij doen dat wel, al honderden jaren hangt het uithangbord op
de rug.
Vroeger kwam ik vaak in de bibliotheek. Ik vond het een
prettige plek met zijn eerbied voor woorden en stilte. Decor om slenterend te
zoeken of doelloos te dromen. Om met ogenschijnlijke willekeur zo'n rug met
mijn wijsvinger aan zijn vrije bovenkant uit zijn plek te laten kantelen en op
een toevallige bladzijde open te slaan. Het boek te wikken en wegen, te taxeren
op kleur en op geur en op de korrel van het papier. Om ergens in het midden van
een verhaal te verdwijnen en de sfeer als verdwaalde passant te betasten.
Vandaag passeer ik nog zelden in de bibliotheek. Enkel
voor kinder- en reisboeken en alleen als mijn vrouw haar agenda het echt niet
meer toelaat ook dat er nog bij te nemen. Die prettige plek van toen maakt me
onduidelijk bang. In al die verhalen die wie weet hoe lang daar al onaangeroerd
staan, voel ik verdwijnen doorschijnen. De boutade, "wie schrijft die
blijft", dwaalt als een vergeelde illusie spookachtig doorheen die haast
religieuze stilte. Dan denk ik aan al die auteurs wiens werk hier stof staat te
vangen, aan dat veelvoud van ooit geschreven woorden die het nooit tot bib of
boek hebben gemaakt. Vergaarde
overtolligheid per thema in een rek gezet. Geen plek die de nutteloosheid van
schrijven zo duidelijk maakt. De ambitie zelf ooit een poging te ondernemen om
mijn "liefste dagboek" niveau te overstijgen, wordt daar telkens na
luttele ogenblikken meedogenloos gefnuikt. Het lijkt wel alsof al die ruggen
naar me staren en fluisteren: "Begin er niet aan. Een droom hoeft geen hoop.
Verstofte illusies is al wat er overblijft"
Tegenwoordig, met mijn middelbare leeftijd en aangepast
budget, snuister ik meestal in boekenwinkels op zoek naar leesvoer om mijn
hoofd en tijd mee vol te maken. Wat een verschil. In een boekenwinkel is het zelden stil en
naast muren met kasten vol ruggen zijn er ook rekken met voorkanten. Voorkanten
waar is over nagedacht, waar is over vergaderd, waar is over gediscuteerd.
Voorkanten met kunst en kleuren die resoneren met de binnenkant, die netjes
volgen wat marktstudies over boeken en kleuren vertellen en waar de schrijver
hopelijk zijn werk van maanden in herkent. Verder vind je altijd wel een
torentje met de hitparade van de week. De nummer één kijkt steevast in de ogen
van al wie passeert, dat scheelt het personeel een hoop vragen. Die hitparade
met zijn commerciële invalshoek geeft het boek zijn bestaansrecht terug, helpt
me vergeten hoe al dat geschrijf niet meer is dan onderhoudend, vormelijk
verantwoord, menselijk gekakel.
Met al die gekochte boeken die voorlopig in kasten en
schuiven en dozen worden bewaard, met al die gevatte lectuur waar ik zo vele
uren ongevaarlijk mee kon vullen, maak ik ooit zelf een muur met ruggen. Een
volgend huiselijk project: de boekenkast.
Nog steeds is de muur waar de kast haar basis moet krijgen, onvindbaar
gebleven. Zo'n boek verdient fundament alvorens tot recyclage papier te
verworden. Eens de kast er staat, worden
alle gekochte ruggen van al die gelezen en vaak weer vergeten boeken verzameld
en netjes op alfabet gerangschikt. Uithangbord met verletterde
persoonlijkheid. Dan kunnen gasten in
afwachting van hun eerste glas, even rechtstaan en uit de titels die ze al dan
niet herkennen, een verleden van lezers verzinnen.
Ik moest er maar eens werk van maken, van die kast. Nu
kan het nog. Straks worden boeken en hun kast, samen met bibliotheken, voorgoed
afgeschaft. Verbannen tot curiosa voor oubollige verzamelaars. Binnenkort lezen
we alleen nog van iPad , Kindle of Samsumg schermen. Die stap voorwaarts
bespaart alvast een boel plek en het gedoe met bladwijzers is dan eindelijk
voorgoed gedaan. In de plaats, het risico op een lege batterij net voor de
ontknoping. Lezen in bad enkel nog voorbehouden aan lefgozers. Ik zal na een tijdje de geur en het gevoel
van papier wel eens missen, alsook die kleine prettige onbewuste bewegingen. De
bladzijde die je bijna hebt gelezen tussen duim en wijsvinger oplichten om dan,
eens het laatste woord bekeken, het blad om te slaan en met de vlakke hand de
omgeslagen pagina zacht glad te wrijven terwijl je alweer verder leest. Maar een tablet is vooruitgang. Ik heb ondertussen ook zo'n hebbeding en
handig is het zonder meer. Met zijn onbeperkte lettergrootte garantie voor eeuwig
lezen zonder leesbril, toch voor zolang eeuwig duurt.
1 reacties:
Oh, doemdenken voor mij. Ik ben dol op bibliotheken én echte boeken.
Ik ben lid van 3 bibliotheken, dankzij en handige man eigenaar van een geweldige boekenkast én lees het liefst in bad :)
Oh en droom ook wel eens van een eigen boek...
Een reactie posten