We zijn met veel. Elke ademtocht wat meer. Je kan het hier volgen. Allicht niet heel nauwkeurig, maar indrukwekkend is het wel. Over een probleem met toekomstperspectief gesproken.
En al die mensen praten onophoudelijk. Over allerlei maar bovenal toch over niets. Zoals gisteren. Honderd mensen in een zaal, een overdosis alcohol en als muziek vermomde decibels. Altijd weer de moeite om je hoofd er even uit te trekken en te observeren. Maar niet te lang, of je staat zo weer bij de deur om weg te vluchten. Die zanger van boven de Moerdijk, die me eerder al kwam voorliegen dat ik alles kon worden als ik maar mijn huiswerk kende, had het er ook al over. "Zoveel mensen op de wereld hebben zoveel uitgelegd", zong hij jaren terug. Dat bleef wel hangen. Doe mij ook maar stiller, of eerder, de afwezigheid van herrie, maar dan wel in prettig gezelschap. Omdat stil en eenzaam zo nauw verwant zijn voor een twijfelaar.
Zoveel mensen en zoveel uitgelegd dus. Maar hoeveel is "zoveel" vroeg ik me onlangs af. Natuurlijk was ik niet de eerste om die vraag te stellen. En omdat tegenwoordig het hele internet in mijn broekzak past kon het niet moeilijk zijn dat even uit te vlooien. Maar het internet komt zonder eindredacteur. Een zegen en een vloek. Als ultiem bewijs, deze woorden. Het is maar moeilijk kiezen zonder een te vertrouwen autoriteit in de buurt om kaf en koren van elkaar te scheiden. Al naargelang de pagina die google vindt, spreken vrouwen even veel dan wel drie keer meer dan mannen. Hebben we duizend dan wel zeventienduizend woorden nodig om ons door de dag te leuteren. Misschien was "zoveel" nog zo slecht niet. Waarom moet ik altijd verder graven? Moet alles dan altijd in een cijferhokje passen? Maar ik sta geen twijfel toe. Ook geveinsd zelfvertrouwen kan een doordeweeks ogenblik verlichten. Dus verzin ik een gemiddelde. Met 7500 woorden en 5 miljard praters, passen alle die letters op een stapel van 4000 km A4'tjes. Elke dag opnieuw.
Door de band genomen blijven al die klanken zonder al te veel gevolg, maar af en toe gaat het mis. Zo woonde er in onze straat een blonde god. Naast voetbalwonder ook de held van elk meisje uit de buurt. Twee jaar ouder en met een berg zelfvertrouwen die enkel op de fundamenten van het groot gelijk kon steunen. Hij ging me voor naar het middelbaar en liet niet na iedereen die toevallig luisteren kwam, deelgenoot te maken in zijn persoonlijke ervaringen met de onmenselijke eisen van de leraar latijn. Zelf had ik me laten vertellen dat iemand met mijn talent latijn moest volgen. Dat kon alleen maar goed zijn. Prima voor het geheugen en moest ik later ooit geneesheer willen worden, was wat latijnse achtergrond onontbeerlijk. Tegelijk angst voor en aangezet tot. Dat kon alleen maar tot een kortsluiting met vonken leiden. Ik herinner me die eerste lessen latijn nog vaag. Geenszins onaangenaam, maar ik had mezelf al de mislukking in gepiekerd. Na een maand gezeur trokken mijn ouders voor de eerste en de laatste keer naar school om met de directeur een aanpassing van mijn studierichting te bepleiten. Hoogst ongewoon maar toegestaan. De opluchting staat me nu nog bij.
Zes jaar later moest er weer gekozen. Altijd hatelijke momenten. Ik had in vijf en zes de richting met acht uur wiskunde willen volgen, maar omdat er slechts twee kandidaten opdaagden werd die richting afgeschaft. Toen ik twee jaar later overwoog natuurkunde te studeren werd me dat met veel overtuiging afgeraden door een voorganger met bolleboos reputatie die, hoe kan het ook anders, natuurkunde studeerde. Met zo'n beperkte achtergrond wiskunde zou me dat nooit lukken beweerde hij. Wat stom heb ik achteraf wel eens gedacht. Soms denk ik dat het een verschil zou gemaakt hebben moest ik die goedbedoelde, maar enigszins verwaande raad, naast me hebben neergelegd.
1 reacties:
Herkenbaar, van Latijn tot Criminologie...En er al jaren niets met doen :)
Een reactie posten