woensdag 2 maart 2011

Kleine dagen


Er zweefden al dagen zware letters zonder woorden door mijn hoofd. Ze doolden zonder rust te vinden, hun echo op de duur onverdraagzaam en bombastisch. Ik zou over moeilijke tijden schrijven. Over noodlot  en wat daarmee samenkomt. Over hoop en wanhoop.

Ik wou vertellen over mensen die ik van op afstand ken. Die op een dag naar de dokter gingen en wiens leven van het ene woord op het andere werd omgedraaid.  Hoe die dokter hen een paar zwarte en witte vlekken op een scherm liet zien, met zijn pen wat getallen op een blad aanwees. En daarna, met medeleven maar zonder aarzeling, met de kordaatheid van een opgeleide arts, de diagnose stelde. Ze hadden kanker. Vanaf nu werd de zever op het werk, de file elke dag, de factuur op het einde van de maand, zelfs de loeten van het puberende kroost, herleidt tot onbeduidende details uit vervlogen zorgeloze dagen. Vanaf nu werd het elke week tellen en hertellen. Dosissen, merkers, uitslagen, millimeters. Van de baxter naar de wc. De levenskwaliteit werd afgemeten aan hoe misselijk de laatste chemo hen zou maken, hoeveel haar er bij het opstaan deze keer zou achterblijven.

Of misschien vertelden die verdwaalde letters zonder zin, het verhaal van hen die ik ooit toevallig tegenkwam, geboren met te grote kieren in hun ziel. Dodelijker dan de meest kwaadaardige tumor, moeilijker te vernietigen dan de agressiefste kankercel. Hun sterren stonden slecht, het lot kraste diepe groeven op genetisch weke plekken. Tot de dunne weifelende weerstand het begaf, en ze met de wanhoop van iemand die het leven lief is maar te diep moest kijken: knoopten, sneden, slikten, sprongen. Zelfmoord, zo zei iemand me die ooit in die buurt was gepasseerd, vraagt een zekere passie voor het leven.

Ik had willen schrijven hoe uit die heftige verhalen van gewone mensen met ongunstig lot, perspectief te trekken valt voor eigen dagen. Hoe erg kan een arrogante klant zijn, een knie die piept, een baas die flipt, een auto met een deuk, als naast de deur, voor het leven zelf gestreden wordt. Maar het werkt nooit lang. Tenzij je zelf, of iemand in je buurt, over die zwarte streep moest hangen, brengt de afwezigheid ervan nooit lang soelaas. Het verdwijnpunt ligt tenslotte altijd op oneindig.

De verlossing voor die opdringerige letterbende zonder rust, lag al even op de loer. Kleine Dagen van Bernard De Wulf zwerft altijd wel ergens in een kamer rond. Elk verhaal een glimlach in pastel voor dagelijks gebruik. Herkenbaarheid in kleine mooie woorden. Ik lees wat, terwijl ik door de kamer been, en de knoop ontwart zich. De woorden volgen sneller dan gewoonlijk. Wat ik onbewust al wist - waarom kwam "Zondagmiddag van vroeger"  anders onverwacht terug bovendrijven - doe mij maar licht en elke ochtend weer opnieuw een kleine dag.

0 reacties:

Een reactie posten